Repetitietechniek

  1. Inleiding

  2. De repetitieruimte

  3. De materialen

  4. De opstelling van het koor

  5. De repetitietijd

  6. Repetitieduur

  7. De repetitiefrequentie

  8. Repeteren in groepen

  9. Repetie-indeling

  10. Repetities met piano

  11. Repetities vervangen

  12. Het overnemen van een bestaand koor

  13. De eerste aanbieding van een nieuw werk

  14. Repetitievoorbereiding

  15. Repetitie-voorbereidingsschema

  16. Gewetensvragen voor een dirigent

  17. Tot besluit

Inleiding

In een kinderkoor moet iets te beleven zijn. Er moet voor het gevoel van de kinderen iets gebeuren dat spannend, interessant of zelfs leerzaam kan zijn. Voor kinderen die pas lid zijn geworden van een kinderkoor, is het op zichzelf al iets nieuws en spannends om mee te mogen repeteren. Maar de vraag is, of dat zo blijft. Na enkele repetities is het nieuwe eraf en lijkt het voor de kinderen vaak meer van hetzelfde. Op dat moment is repeteren alleen niet meer genoeg: een uitvoering, dat is het einde! Het gros van de kinderkoren heeft echter niet zoveel uitvoeringen omdat het geven van uitvoeringen tijdens het ontwikkelingsproces niet centraal staat. Dit betekent, dat er naar verhouding veel meer van de tijd gaat zitten in het repetitieproces dan in het geven van uitvoeringen. Reden om bij het fenomeen ‘repetitie en repetitietechniek’ wat langer stil te staan.

 

Het is daarom belangrijk om te beseffen dat de dirigent de hoofdrolspeler is tijdens het repetitieproces. Zijn houding, zijn gedrag, inzet en muzikale overtuigingskracht tijdens de repetitie zijn van doorslaggevende betekenis. De dirigent brengt door zijn manier van repeteren niet alleen muziek en muzikale vaardigheden aan de kinderen over, maar ook een instelling, een houding ten opzichte van de muziek en de omgang met mensen.

 

Juist omdat de repetitietijd de uitvoeringstijd ver te boven gaat, dient de muzikale beleving in de repetitie centraal te staan. Repetities dienen te verlopen in een musische sfeer. Het repeteren om het repeteren, om het ‘instampen’ van noten en deuntjes, zou niet voor mogen komen. Goede repetities leveren een muzikale ervaring op, zowel voor de dirigent als voor de koorleden. Geslaagde repetities geven energie.

 

Het is van belang, dat repetities met zorg zijn voorbereid. Maar dat is niet genoeg. Om succes te garanderen is het ook nodig dat een dirigent fit en ontspannen aan de start van een repetitie verschijnt. Een goede organisatorische en muzikale voorbereiding en een uitgeruste dirigent zijn essentiële voorwaarden voor het welslagen van een repetitie.

Muzikaal inhoudelijk gezien, dient de dirigent de te repeteren werken zeer goed te kennen. Hij behoort te weten welke problemen te verwachten zijn en hoe deze eenvoudig en doelmatig op te lossen. Ook het organisatorische aspect mag niet worden vergeten. Hoeveel tijd gaat er bij kinderkoren vaak niet verloren doordat stoelen nog moeten worden klaargezet, de sleutel nog gehaald moet worden, en meer van zulke triviale zaken die nu eenmaal bij het koorleven horen. Dit is simpel op te lossen door iemand aan te trekken, die bereid is mee te helpen, of door een stukje verantwoordelijkheid te delegeren naar de kinderen zelf. Het klinkt in eerste instantie misschien ongeloofwaardig, maar soms is aan een koor te horen of deze zaken goed geregeld zijn. In die gevallen, waar niet goed doordacht en zonder overtuiging wordt gewerkt, is dit in de muziek terug te horen.

De repetitieruimte

‘Repeteren we vandaag in het Concertgebouw…?’

Koninklijk ConcertgebouwVeruit de meeste kinderkoren beschikken niet over een eigen ruimte om te repeteren. Dit hoeft niet onoverkomelijk te zijn. Er zijn voldoende voorbeelden bekend van voortreffelijke kinderkoren, die niet over een eigen ruimte beschikken.

Toch is het wel degelijk belangrijk om aan de keuze van een repetitieruimte aandacht te besteden. Het moet een rustige ruimte zijn, waar ongestoord gewerkt kan worden, zonder auditieve of visuele prikkels van buiten. Er moet voldoende zuurstof zijn om prettig te kunnen werken.  Een ruimte moet licht zijn en een rechtstreeks contact met de buitenwereld mogelijk maken door middel van vensters. Een ruimte dus ‘op maat’ voor de groep die er in moet gaan zingen. Een goede, lichte ruimte zal positief werken op de stemming, en zo van invloed kunnen zijn op het repetitieproces en daardoor op de muzikale prestaties.

Over de vraag of een repetitieruimte nu juist wel of niet ‘goed moet klinken’, is nog altijd veel discussie. Ik ben van mening dat voor kinderen de sensatie van het zingen in een ruimte die ‘lekker’ klinkt, elke repetitie tot een feest kan maken. Wanneer een stem eenmaal goed ‘zit’, goed resoneert, dan mag het geen probleem zijn om ook in minder goed klinkende ruimten te zingen tijdens uitvoeringen. Het is natuurlijk wel zo dat aan de kinderen, wanneer zij zich moeten instellen op een nieuwe ruimte die minder goed klinkt, extra eisen worden gesteld. Dat vraagt om extra begeleiding door de dirigent. Het is iets dat kan worden geleerd door ‘luisterend’ te zingen. Het is dus een kwestie van instelling, attitude. Waar luisterend gezongen wordt en de kinderen in elke repetitie gewezen wordt op het naar elkaar toezingen, zal een aanpassing aan een wat moeilijker ruimte weinig problemen geven.

Omdat de koortijd voor het leeuwendeel bestaat uit repetities, zouden die bij voorkeur in een goed klinkende ruimte moeten plaatsvinden, zodat de stemmen zich kunnen ‘zetten’ en kinderen de gelegenheid krijgen optimaal van hun muziek te genieten.

Kenmerken van een goede repetitieruimte zijn:

  • rustig gelegen (geen visuele of auditieve overlast)
  • voldoende zuurstof
  • licht en rustig interieur
  • rechtstreeks contact met buiten
  • goede akoestiek

Voetnoten

De materialen

Op naar de repetitie…

Een oude onderwijzer vertelde mij eens: ‘Ach, tenslotte heb je om onderwijs te geven slechts jezelf, krijt en een bord nodig.’ Het zou goed zijn om deze relativerende opmerking altijd in gedachten te houden als we praten over de materialen die nodig zijn om te repeteren met een kinderkoor. Het spreekt bijvoorbeeld voor zich, dat het ideaal is wanneer kinderen op een passende stoel kunnen zitten. Het blijkt echter vaak onmogelijk, omdat dikwijls gerepeteerd wordt in gebouwen waar doorgaans volwassenen samenkomen. Het meubilair is daarop afgestemd.

Het is echter de vraag of er wel stoelen nodig zijn. De idee dat kinderen staande moeten repeteren, is jarenlang taboe geweest. In andere landen is het vaak heel normaal. En waarom niet? Zangtechnisch is het staande repeteren zelfs aan te raden. Veel valt te leren van de manier waarop men in Engeland hiermee omgaat. De materialen van bijvoorbeeld het St.Johns College Choir bestaan uit lange lessenaars waar een aantal kinderen aan kunnen staan, en liefst een aantal banken waarop ze bij ‘loze’ momenten kunnen gaan zitten. Deze banken zijn zo gemaakt dat ook zittend in een goede houding kan worden gerepeteerd.

kinderkoorlessenaar

Een bijkomend voordeel is, dat kinderen niet voortdurend hun partituur hoeven vast te houden, maar deze kunnen laten liggen op de lessenaar, hetgeen ook goed is voor de klank. Bovendien kunnen de handen steunen op de rand van de lessenaar, hetgeen bijna vanzelf een goede open zanghouding garandeert.

Een goed alternatief voor deze opstelling is het gebruik van muziekstandaards. Niet de opvouwbare lessenaar zoals die op de voorkaft is afgebeeld, maar de zwaardere uitvoeringen, waarop zonder problemen een (ook wat zwaardere) map kan rusten. In ons land zijn het vooral de Anjerfondsen die voor de aanschaf van lessenaars middelen ter beschikking stellen.

Altijd zitten tijdens de kinderkoorrepetities is zonder meer af te raden. De afwisseling tussen staan en zitten kan heel verfrissend en concentratiebevorderend werken, mits niet te vaak toegepast binnen een enkele repetitie. Te vaak wisselen geeft een onrustige sfeer, die juist weer kan tegenwerken. Meer staand repeteren geeft ook een verbetering van de conditie, hetgeen bij uitvoeringen beslist rendement oplevert. Er zullen minder ‘uitvallers’ zijn door bijvoorbeeld misselijkheid vanwege het lange staan.

De vraag of men wel of geen lessenaars neemt, hangt ook samen met de gewoonte om al of niet ‘van blad’ te zingen. Ikzelf ben er een groot voorstander van om het wel te doen. Het is toch immers de doelstelling van elke muziekpedagoog om kinderen te brengen tot zelfontplooiing waar het het musiceren betreft. Om zelfstandig van actief musiceren te kunnen genieten moet er tijdens het proces altijd een muzikale uitdaging blijven, maar moet het kind uiteindelijk ook beschikken over muzikale vaardigheden of, anders gezegd, muzikale know-how. Om dit te bereiken is het ‘van blad’ kunnen zingen een wezenlijk onderdeel van het ontwikkelingsproces. Elk kind dient, indien mogelijk, vanaf het eerste begin over een partituur te beschikken. Dit heeft als groot voordeel dat de kinderen vanaf het begin eraan gewend raken een partituur te lezen. Een partituur geeft de mogelijkheid visueel ‘mee te luisteren’ naar de overige stemmen en instrumenten. Het zingen van blad geeft kinderen de gelegenheid muzikaal mondig te worden, muzikaal volwassen te worden. Hiermee zij niet gezegd, dat het van buiten zingen moet worden afgezworen. Ook dit aspect van de koortraining behoort tot het ontwikkelingsproces. Wanneer men hieraan te weinig aandacht schenkt, treedt een ‘auditieve armoede’ op. Het auditieve geheugen wordt verwaarloosd en de kinderen kunnen na enige tijd zelfs moeilijk nog iets nazingen.

Wanneer dus gebruik wordt gemaakt van partituren of losse stemmen, is het gunstig om deze te kunnen laten rusten op standaards. Zo hoeft geen onnodige vermoeidheid op te treden. Bij de oprichting van een kinderkoor dienen zulke zaken al te worden overdacht en opgenomen in het beleidsplan.

Wil je alle hoofdstukken lezen? Klik hieronder.