Hoe zien de kinderen mij?
Jonge kinderen zijn doorgaans minder gewend zich wat langer te concentreren. Daarom is het belangrijk om na te denken over een aanpak die veel actie bij de kinderen zelf laat: bewegen en zingen. De rol van de dirigent/docent is vooral het regisseren van de actie, het oproepen van een idee of beeld dat de kinderen motiveert en het bewaken van het proces.
Het is zaak om in elke les of repetitie een hoog tempo te hanteren: niet alles hoeft in één keer of of klaar te zijn. Stel korte vragen die de waarneming scherpen en laat die individueel beantwoorden. Hanteer waar het maar te pas komt de ‘positieve versterking’, maar wees wel reëel: kinderen horen zelf ook wel of iets goed zou kunnen zijn. Te enthousiast reageren op iets wat eigenlijk normaal is, werkt inflatie van de beloning in de hand.
Heb vertrouwen in de herhaling, die een volgend keer aan bod komt. Kinderen leren snel.
In dit hele proces zien kinderen – misschien ten onrechte – de dirigent als degene die alles weet en alles kan. Onbewust verlangt het kind een leider voor de groep, geen discussieleider of iemand die graag zelf zingt. Dat is juist het moeilijke van deze taak: afstand nemen om te zien wat er gebeurt en wat er nodig is, de juiste diagnose stellen en dan de juiste remedie bedenken en uitvoeren. Altijd staat het kind in die afwegingen centraal in de zin van dat een goed pedagoog rekening houdt met de mogelijkheden van het kind.
Wat mag ik van de kinderen verwachten?
De kop doet vermoeden dat we als het ware iets van de kinderen zouden kunnen eisen. Dat is hier niet aan de orde. Wat verwacht kan worden is, dat het kind mogelijk helemaal niet zelf heeft gekozen voor het zingen. En wat dan? Wat als de ouders het belangrijk vonden omdat ze zelf graag zingen of het een wezenlijk onderdeel van de opvoeding vinden.
Wat van kinderen te verwachten valt hangt sterk samen met de motivatie. Er zijn kinderen die al van jongs af aan zingen, uitbundig zingen en voortdurend zingen. Meestal zijn dit de kinderen die intrinsiek gemotiveerd zijn. Bij het overgrote deel van de leerlingen ligt dit heel anders.
In deze tijd hebben veel kinderen een ‘rugzakje’. Terecht of onterecht is niet belangrijk. Het is een gegeven dat de kinderkoordirigent hiermee te maken krijgt. Dat vraagt flexibiliteit is de aanpak en veel didactisch inzicht. Een van de moeilijkste opdrachten in een kinderkoor is het omgaan met de verschillen in de groep: verschil in niveau, verschil in mogelijkheden en verschil in achtergrond, zoals het rugzakje. Omdat zingen zich in de tijd voltrekt in tegenstelling tot beeldende kunst, is alles onmiddellijk vervlogen en komt het aan op snel denken en handelen. worden
Het belang van een pedagogische opstelling
De opstelling van een kinderkoor is bepalender dan men denkt. Vaak laat men kinderen kiezen waar ze gaan zitten in de groep. Dat kan, maar heeft met name bij jongere kinderen wel een aantal gevolgen. Vriendjes en vriendinnetjes gaan bij elkaar zitten, met het risico dat zij gericht zijn op elkaar en niet op de dirigent en de muziek.
Het is aan te bevelen om zo snel mogelijk zelf voor de volgende les of repetitie een opstelling te maken die rekening houdt met de combinatie van persoonlijkheden en de spreiding van aanwezig muzikaal niveau. Het kan veel bijdragen aan een goed verloop van de les of repetitie.
Omgaan met niveauverschillen
In elke groep lopen de niveaus na enige tijd elkaar. Dat is heel normaal. Hoe daarmee rekening te houden? Het gemakkelijkst is het om altijd ook redelijk vaak individueel te werken in een repetitie. Geef dan het kind de beurt waarvan je weet dat het iets kan met die opdracht. Geef de rest van de groep altijd het idee dat hen zelf ook zomaar iets zou kunnen worden gevraagd. Geef de groep als iemand iets alleen gaat doen zoveel mogelijk een opdracht: ‘luister of het goed is’ of ‘klopt het met wat er staat’ etc. Betrek ze er op de een of andere manier bij.
Varieer in de moeilijkheidsgraad van de opdracht: vraag aan getalenteerde leerlingen meer dan aan degenen die er meer moeite mee hebben. Vergeet niet dat elke succeservaring motiveert!